Tijdens de koude wintermaanden worden de meeste teken inactief en is de kans dat je dier ermee besmet raakt een pak kleiner. Door de klimaatverandering hebben we nu echter te maken met milder weer en blijven de teken actief. De winter is niet langer een tekenvrij seizoen en het is belangrijk dat je je huisdier regelmatig op teken blijft controleren.

Je dier op teken controleren kan in de winter een extra grote uitdaging zijn. Om te beginnen lijken honden de neiging te hebben om in elke plas te springen die ze tegenkomen en zich zo volledig met modder te bedekken. Onder die natte, modderige vacht kunnen teken makkelijk onopgemerkt blijven, dus zorg ervoor dat je zoveel mogelijk modder weggespoeld hebt voor je je tekencontrole uitvoert. Voorts zijn de zorgeloze zomerdagen al lang voorbij en ziet je anders zo netjes getrimde hond er in de winter waarschijnlijk meer uit als een wollige mammoet. Met die extra dikke wintervacht kan je soms je handen letterlijk vol hebben. Als je de vacht van je dier mooi getrimd en knopenvrij houdt, kan je makkelijker ongewenste indringers opsporen. Probeer de vacht in beide richtingen te borstelen en de ondervacht te scheiden om alle plekjes goed te controleren.

Dit zijn typische plaatsen waar teken zich graag ophouden:

• Kale en weinig behaarde plaatsen - Teken voeden zich met het bloed van je huisdier en worden aangetrokken door plaatsen waar ze gemakkelijk aan de huid kunnen, zoals de lies, onder de 'oksels' en op de buik.
• Rond het hoofd - Teken kunnen zich snel vasthechten terwijl je hond in het kreupelhout rondsnuffelt.
• Oren - Controleer zowel aan de binnenkant van de oren als achter de oren van je dier.
• Tussen de tenen - Deze plaats is makkelijk bereikbaar voor teken die op de grond op een gastheer wachten.
• Rond het achterwerk - Deze plaats is makkelijk bereikbaar en er groeit weinig haar. Eén kwispel kan voor teken volstaan als uitnodiging!

Voorkom dat je dier gebeten wordt:

• Bescherm je dier om de 4 weken met een tekendodend middel zoals Frontline Combo® Line1 (lees de bijsluiter voor gebruik).
• Vermijd risicogebieden door fleatickrisk.com te raadplegen. Deze site voorspelt op basis van meteorologische gegevens het risico op de aanwezigheid van teken, vlooien, muggen en zandvliegen in heel Europa. Je kan je eigen specifieke regio selecteren. De site wordt wekelijks bijgewerkt met nieuwe data.
• Probeer in het bos zoveel mogelijk op de gemarkeerde paden te blijven en vermijd lage begroeiing.
• Als je bij je dier een teek opmerkt, volg dan de stappen die hier beschreven worden om hem veilig te verwijderen. 

V.U.: Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA - BE-PET-0116 -11/2020

1 FRONTLINE COMBO® LINE DOG S/M/L/XL (fipronil 10% (w/v) en (S)-methopreen 9% (w/v) per pipet). FRONTLINE COMBO® LINE CAT (fipronil 50,00 mg en (S)-methopreen 60,00 mg per pipet van 0.5 ml). Indicaties: voor behandeling van honden van 2 tot 10 kg lichaamsgewicht (S), van 10 tot 20 kg lichaamsgewicht (M), van 20 tot 40 kg lichaamsgewicht (L), van meer dan 40 kg lichaamsgewicht (XL), van katten en van fretten tegen infestaties met vlooien, alleen of in combinatie met teken en/of (maar niet bij fretten) bijtende luizen. ● Behandeling van besmettingen met vlooien (Ctenocephalides spp.): de insecticide werkzaamheid tegen nieuwe infestaties met volwassen vlooien houdt gedurende 8 weken bij honden of gedurende 4 weken bij katten en fretten aan. Preventie van de vermenigvuldiging van vlooien door inhibitie van de ontwikkeling van eieren (ovicide werking), van larven en poppen (larvicide werking) afkomstig van eieren die werden gelegd door volwassen vlooien (bij honden gedurende 8 weken en bij katten gedurende 6 weken na toediening). ● Behandeling van besmettingen met teken (bij honden en katten: Ixodes ricinus, Dermacentor variabilis, Dermacentor reticulatus (enkel bij de hond), Rhipicephalus sanguineus; bij fretten: Ixodes ricinus). Het diergeneesmiddel heeft een persisterende acaricide werking tot 4 weken (honden en fretten) en tot 2 weken (katten) tegen teken (bij kat en fret gebaseerd op experimentele gegevens). ● Behandeling van besmettingen met bijtende luizen bij honden (Trichodectes canis) en bij katten (Felicola subrostratus). Voorzorgsmaatregel: Het diergeneesmiddel niet toedienen aan puppy’s jonger dan 8 weken oud en/of aan puppy’s die minder dan 2 kg wegen. Niet toedienen aan kittens jonger dan 8 weken oud en/of aan kittens die minder dan 1 kg wegen. Niet toedienen aan fretten jonger dan 6 maanden oud. Aflevering: Vrij. Lees aandachtig de bijsluiter. DOG: BE-V4469xx (xx = 15 (S); 24 (M); 33 (L); 42 (XL)); CAT: BE-V446906. Voor meer informatie: raadpleeg de bijsluiter of bij Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA, Arianelaan 16, 1200 Brussel. Datum herziening tekst: 070518 (cat 240418). hr250718. ©2020 – alle rechten voorbehouden.