Er wonen steeds meer katten in appartementen. Om gedragsstoornissen bij deze katten te voorkomen, is het belangrijk om te zorgen voor een goede leefomgeving. Katten kunnen het prima naar hun zin hebben in een appartement, maar alleen als bepaalde regels nageleefd worden om hun welzijn te garanderen.

1.      Zet het eetbakje op een rustige plek. Dat kan op de grond zijn, maar het mag ook hoger (vooral als er een hond is), en het water moet één of twee keer per dag ververst worden.

2.      Kies eventueel voor een antischrokbak. Katten houden van jagen en peuzelen: ze eten van nature kleine beetjes verspreid over de dag. Als ze brokjes of andere voeding in een eetbakje voorgeschoteld krijgen, zullen ze geneigd zijn om er te veel ineens van te eten. Om dit te voorkomen, zijn er antischrokbakken ontwikkeld. Die stimuleren bovendien het jachtinstinct doordat de kat haar brokjes achterna moet zitten.

3.      Zorg voor meerdere voederplaatsen in het appartement.

4.      Wat de kattenbak betreft, moeten er enkele regels nageleefd worden:

• Kies bij voorkeur voor een kattenbak zonder deur.
• De vuistregel is: 1 kattenbak per kat, plus 1 extra kattenbak. Dus twee kattenbakken voor één kat, drie voor twee katten, enzovoort.
• Plaats ze niet te dicht in de buurt van een eetbakje.
• Kies voor een rustige plek, zodat je kat niet gestoord wordt op het toilet! Als ze gestoord is geweest, wil ze daar mogelijk niet meer teruggaan.

5.      Denk eraan om krabpalen te plaatsen. Krabben is plezierig, maar ook psychologisch noodzakelijk voor katten, en ze markeren zo hun territorium. Voorzie minstens twee krabpalen per kat.

6.      Zorg voor hoge rustplekken, liefst bij een raam, zodat je kat haar omgeving kan observeren. Katten zijn geboren klimmers, dus ze gaan graag eens de hoogte in.

V.U.: Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA - BE-PET-0052-2020 – 04/2020